Je kent ze wel.
De Denkers in Problemen.
Dippers.
En De Denkers in Mogelijkheden
Dimmers.
Het zijn twee verschillende bloedgroepen.
Je kan de bloedgroepen herkennen aan hun taalgebruik.
Dimmers praten anders dan Dippers.
Ze kiezen anderen woorden.
Dimmers vragen vaak door.
Dippers hebben vaak direct een antwoord.
Op dezelfde gebeurtenis reageren ze verschillend.
Onderstaande is uit Het Grote Handboek: ‘Het Verschil Tussen Dimmers vs. Dippers’
Hoofdstuk 1. Woordkeuze
‘Wat is de vraag?’ vs. ‘Dat is een probleem!’
‘Ik ga het proberen.’ vs. ‘Dat lukt mij nooit.’
‘Wat verwacht je van mij?’ vs. ‘Daar heb ik geen zin in.’
‘Wanneer moet het klaar zijn?’ vs. ‘Daar heb ik geen tijd voor.’
‘Wanneer wil je dat ik begin.’ vs. ‘Dat is veel werk.’
‘Hoe kan ik het aanpakken?’ vs. ‘Ik heb het wel heel druk.’
‘Ik zal kijken hoe ik dat het beste kan doen.’ vs. ‘Dat gaat mij echt niet lukken.’
‘Het meeste is goed gegaan.’ vs. ‘Het ging slecht.’
‘Ik heb er een hoop van geleerd.’ vs. ‘Ik heb het fout gedaan.’
‘Dat is mogelijk.’ vs. ‘Dat is moeilijk.’
Als jij iemand in jouw omgeving.
Of ziet met de schouders naar beneden.
Of moeilijk ziet kijken.
Of altijd ‘Ja, maar.. ‘ zegt.
En alle beren op de weg bij de voornaam kent.
Zeg dan: Effe Dimmen Jij 😉
Anders kijken leert je meer zien.
– Ivo