Je bent eindverantwoordelijk, maar niet de eigenaar. Je rapporteert aan een RvC of aandeelhouders die andere prioriteiten hebben. Beslissingen die jij wilt nemen, moeten eerst langs hen. Die spanning tussen wat jij ziet dat nodig is en wat zij willen – dat kost veel energie.
Je voelt je soms meer uitvoerder dan leider.
Je geeft alles voor het bedrijf, maar merkt dat het te veel wordt. Toch voel je een sterke loyaliteit – naar je team, naar de organisatie, naar degenen die je hebben aangesteld. Stoppen voelt als falen of in de steek laten. Maar doorgaan op deze manier is ook geen optie.
Je zoekt een weg die passend en kloppend is voor jou.
De organisatie is veranderd, of jij bent veranderd. De fit die er was, voelt minder vanzelfsprekend. Misschien zijn er nieuwe aandeelhouders met een andere koers. Of de cultuur verschuift en jij voelt je daar niet meer thuis in. Je twijfelt: blijven en aanpassen, of vertrekken en opnieuw beginnen?
Die onzekerheid maakt alles zwaarder.