Praten is de belangrijkste tijdsbesteding op kantoor.
Vergaderen.
Bijpraten bij de koffie-automaat.
Verkopen.
Presenteren.
Noem maar op.
We praten een heel boek bij elkaar per week.
Schrijven vinden we vaak een stuk lastiger.
Moet er iets belangrijks op papier gezet worden?
Dan kijkt de afdeling Communicatie er nog even naar.
Of een collega.
Of een externe tekstschrijver.
En dan na veel vijven en zessen is de tekst klaar om verstuurd te worden.
Maar.
Als iemand iets moet zeggen ligt dat heel anders.
Dan wordt er geen professional bij gehaald.
Geen speechschrijver.
Geen sparringpartner.
97 van de 100 presentaties worden door de presentator zelf geschreven.
De aandacht richt zich dan voornamelijk op de PowerPoint slides.
De tekst eromheen bedenkt de spreker ter plekke wel.
De spreker oefent nog wat in zichzelf.
Gaat op pad en praat.
En dan moet het maar goed zijn.
Of je nu spreekt of schrijft.
De woorden die je gebruikt zijn een middel.
Een middel om de ander te laten nadenken.
Te overtuigen.
Te informeren.
In beweging te krijgen.
Je wilt impact maken.
Iets zeggen van waarde.
De meeste mensen luisteren liever dan dat ze lezen.
Met praten bereik je vaak meer dan met schrijven.
Binnen bedrijven wordt meer aandacht besteed aan geschrevenwoorden.
Dan aan gesproken woorden.
Raar eigenlijk.
Daarom pleit ik voor meer praattraining 😉
– Ivo