De omzet was goed.
De klanten waren tevreden.
Een leuk team om zich heen.
Succesvol van buiten.
Maar toch miste hij het enthousiasme in zijn werk.
Voelde hij zich soms leeg van binnen.
Hij liet het niet merken.
Hij was immers de baas.
Het afgelopen jaar was hetzelfde als de drie jaren ervoor.
Dit jaar is wel bijzonder.
Corona gedoe.
Hij had niet meer het gevoel dat hij er alles uithaalde wat erin zat.
Hij had een gevoel van ondernemen met de rem erop.
We gingen samen op pad.
Letterlijk.
Natuurpark de Weerribben als uitvalsbasis.
Hij vertelde zijn verhaal.
Hij ordende zijn gedachten.
Hij ontdekte dat hij alles deed op routine.
Hij zag in wat hem tegenhield.
Hij sprak zaken uit die hij nog nooit hardop uitgesproken had.
Hij schrok er van.
Dat schudde hem wakker.
Hij deed teveel activiteiten die niet bij hem paste.
Hij wist het ergens wel.
Maar zoals hij er geen consequenties aan verbond bleef het op de achtergrond.
Ik besprak met hem al zijn opties en mogelijkheden.
Uiteindelijk kwamen we bij de hamvraag.
De vraag: ‘Wat wil ik nu écht?’
Iedere keer als wegging bij de vraag vroeg ik: ‘Maar wat wil jij?’
Iedere keer als hij ging vertellen over anderen vroeg ik: ‘Maar wat wil jij?’
Iedere keer als hij een verklaring ging zoeken vroeg ik: ‘Maar wat wil jij?’
Hij werd gek van mij.
Zijn antwoorden ving ik in rake woorden.
Zijn antwoorden werden omgezet in keuzes.
Keuzes om het anders te doen.
Is hij vertrokken?
Heeft hij de zaak verkocht?
Nee.
Dat had gekund.
Het was een van de opties.
Maar hij koos ervoor om te blijven.
Met dan wel een andere mindset.
Zich niet teveel laten leiden door zijn omgeving.
Hardop uitspreken wat hij écht wil.
Duidelijk maken wat hij verwacht van zijn omgeving.
Minder lief.
Wel liefdevol.
Meer afstand nemen van de dagelijkse gang van zaken.
Wel betrokken blijven.
Zich niet te laten leiden door wat anderen ervan vinden.
Hij heeft gekozen om zich te focussen op zaken die voor hem belangrijk zijn.
Hij heeft gekozen wat hij écht wil.
En jij?
Doe jij wat jij écht wilt?
– Ivo